Het recht om verantwoordelijk te zijn

the right to be responsible

Vertaling van een discussietekst gepubliceerd ter gelegenheid van de ‘Post-2015’ –, ‘Millennium Development Goals’ – en ‘Sustainable Development Goals’ activiteiten in het kader van de United Nations General Assembly, New York, September 2013

(english version: read here)

Sinds vorig jaar organiseer ik een discussie over mensenrechten binnen een internationaal netwerk van NGO’s. De discussie is deel van een initiatief dat werd opgezet in de aanloop naar de wereldtop duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties (vorig jaar in Rio de Janeiro), en dit als antwoord op de afwezigheid van fundamentele politieke aandacht voor mensenrechten als criterium voor duurzame ontwikkeling in die context[1]. Meer dan een jaar na Rio+20 en bij gelegenheid van de officiële openingsweek van de algemene vergadering van de Verenigde Naties is het tijd voor een balans. Hier in New York wordt niet alleen over Syrië of Iran gepraat. Politici, de privé-sector, wetenschappers en NGO’s komen ook samen om te debatteren over een beleidsproces rond duurzame ontwikkeling en humanitair welzijn dat vanaf 2015 het proces rond de milenniumdoelstellingen moet vervangen. Een verandering van focus van concrete doelstellingen naar een ‘vaag’ proces rond duurzame ontwikkeling hoeft niet noodzakelijk negatief te zijn. Het biedt namelijk een kans om een nieuwe visie op mensenrechten bespreekbaar te maken; een visie die niet alleen echt effect kan hebben op welzijn, milieubescherming en eerlijke markten op lange termijn, maar waarrond verantwoordelijkheden ook niet zomaar kunnen doorgeschoven worden. In deze korte tekst kan ik alleen maar het idee schetsen, maar u ook uitnodigen om er mee over na te denken.

De maatschappelijke uitdagingen zijn complex: mensen hebben verschillende visies op wat er moet gebeuren, maar ook op wat eigenlijk de problemen zijn. Niet alleen is de kennis die we daarbij kunnen gebruiken gekleurd door onzekerheden en ongekenden. We moeten ook aanvaarden dat, zelfs indien we allemaal een probleem op dezelfde manier zouden zien, er dan nog verschillende visies op oplossingen kunnen zijn. In het licht (of de duisternis) van het complexe, het onzekere en het ongekende kunnen we daarom niet anders dan vertrekken van het principe dat elke mens hetzelfde recht zou moeten hebben om bij te dragen aan het kennisnemen en kennisgeven van ‘wat er is’ en ‘wat zou moeten zijn’. Het recht om verantwoordelijk te zijn in relatie tot duurzame ontwikkeling en humanitair welzijn vertaalt zich als een gezamenlijk engagement voor het creëren van mogelijkheden om verantwoordelijk te zijn, en bijgevolg als de zorg voor participatieve democratie, zelf-kritisch beleidsondersteunend onderzoek en toegankelijk en pluralistisch onderwijs. Intellectuele solidariteit als een synergie van zorg voor intellectuele emancipatie (rechten) en intellectuele confrontatie (verantwoordelijkheden) maakt de zwakkere weerbaar en actief verantwoordelijk, en confronteert de machtige (de firma, natiestaat of culturele guru) met de ratio van de argumenten die moeten dienen om die machtspositie te vrijwaren.

Het recht om verantwoordelijk te zijn kan als principe zowel de cultuur van ons dagdagelijks samenleven als die van markt en politiek op het globale niveau richting geven. Ik schets (te kort) drie verschillende voorbeelden. (1) Er is niets mis met het uiten van een religieuze of culturele overtuiging via kleding. Maar in een cultuur waar gedragsregels voor de vrouw dwingender zijn dan voor de man is het ‘recht om verantwoordelijk te zijn’ van de vrouw beperkt en is ze niet vrij om zelf te kiezen of ze bijvoorbeeld al dan niet een hoofddoek draagt. (2) Het verbranden van steenkool, olie of gas voor energieopwekking is geen criminele daad. Maar in het klimaatdebat, dat nu geblokkeerd wordt door een noord-zuid patstelling en nationalistisch protectionisme, komt het recht om verantwoordelijk te zijn eerder toe aan diegenen die energie produceren en gebruiken: de verschillende sectoren (energie, landbouw, transport, industrie) en de burger. (3) Er is in principe niets mis met het denken in termen van winst. Maar de zadenpolitiek van Monsanto ontneemt nu landbouwers het recht om zelf verantwoordelijk te zijn voor duurzame voeding.

Deze visie inspireert de discussietekst die ik opstelde voor de dialoog binnen het NGO netwerk. Het (blijkbaar) radicale uitgangspunt heeft velen aangesproken maar ook veel anderen gestoord. De kritieken varieerden van ‘intellectueel imperialistisch’ over ‘te academisch’ tot ‘naïef’, met het argument dat er dringendere onrechtvaardigheden aan te pakken zijn, zoals klimaatverandering, hongersnood en de financiële crisis. Het klopt dat we voor een correcte aanpak van deze zaken niet kunnen wachten op een nieuwe verlichting. Anderzijds gaan duurzame ontwikkeling en welzijn evenzo over het aanpakken van machtsmisbruik, armoede en ontregelde socio-economsiche systemen op korte termijn als over mensen weerbaar maken tegen macht en hen de kans geven verantwoordelijk te zijn in die socio-economische systemen op lange termijn. Daarom is, in de duisternis van complexiteit en onzekerheid en in het licht van pluralisme en tolerantie, het principe van ‘het recht om verantwoordelijk te zijn’ voor elke mens vandaag het enige betekenisvolle uitgangspunt om over mensenrechten te praten. Betekenisvol omdat het concrete verandering inspireert in democratie, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs, maar ook omdat het niet strategisch kan misbruikt worden door de markt of door de politiek. Het ‘recht op voedsel’ kan door Monsanto nog steeds strategisch verwerkt worden in hun onderdrukkende en uitbuitende zadenpolitiek; het ‘recht op een politieke stem’ kan door populistische en autoritaire politici nog steeds strategisch geïnterpreteerd worden als het recht om een politicus te kiezen die dan, vanuit een onthechte positie, in plaats van de burger mag denken, in plaats van als het recht op echte inspraak in concrete zaken van maatschappelijk belang.

Ondertussen blijft het niet alleen moeilijk om mensenrechten centrale aandacht geven in de politieke agenda, het is ondertussen ook al lang duidelijk dat de millenniumdoelstellingen niet gehaald worden en dat de verantwoordelijkheid daarvoor onderling doorgeschoven wordt, niet alleen tussen de politieke leiders, maar ook van de politiek naar de privésector en terug. Eerder dan het motiveren van concrete actie hebben de millenniumdoelstellingen politieke en economische actoren geïnspireerd om hun posities, en de ratio’s daarrond, te versterken. Een agenda die onderhandelingen over transitiepaden had moeten begeleiden is verworden tot een werkplan voor het opstellen van excuses waarom we er niet gaan geraken. Mensenrechten, uitgaande van het principe van ‘het recht om verantwoordelijk te zijn’, moeten centrale aandacht krijgen in het debat rond duurzame ontwikkeling, niet alleen in het belang van een leefbare aarde en een eerlijke markt, maar ook omdat het globaal en lokaal mogelijkheden creëert om te praten over wat we belangrijk vinden in ons dagelijks leven. Ook als tegengewicht voor de fixatie op ‘groene’ economische groei als zogezegde motor voor duurzame ontwikkeling en humanitair welzijn wordt er niet alleen hier in New York, maar ook over de gehele wereld hard gewerkt om mensenrechten van de periferie naar het centrum van de politieke aandacht te brengen. Alle steun, commentaren en ideeën van uw kant zijn meer dan welkom

Gaston Meskens, New York, 24 September 2013

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

Blog at WordPress.com.
%d bloggers like this: